Achterover zitten kan niet altijd.

Namens appellante is ter zitting van de Raad allereerst verzocht om haarzelf, appellant en de bij de rechtbank als getuige gehoorde persoon als getuigen te horen. Zij kunnen verklaren, aldus appellante, dat appellanten niet hebben samengewoond. De Raad ziet geen aanleiding om op dit bewijsaanbod in te gaan. Ingevolge artikel 8:60, vierde lid, van de Awb kunnen partijen getuigen meebrengen naar de zitting om hen te doen horen of hen daartoe oproepen, mits daarvan uiterlijk een week voor de dag van de zitting aan de Raad en de andere partij mededeling is gedaan, met vermelding van namen en woonplaatsen van die getuigen. Appellante is hierop in de uitnodigingsbrief van 29 oktober 2009 van de Raad gewezen. Appellante heeft deze mededeling niet gedaan. Naar het oordeel van de Raad is het aanbod om getuigen te horen daarom te laat gedaan en verzet, vanwege de te verwachten vertraging, de goede procesorde zich er tegen dat het onderzoek ter zitting wordt heropend om alsnog getuigen te horen.

- Bewijsaanbod te laat gedaan en vanwege de te verwachten vertraging afgewezen, Rechtspraak.nl, 05-02-2010