Was het vroeger beter gesteld met de advocatuur? Was het in ieder geval anders? Graag attendeer ik de jongere juristen onder ons op een aantal profielbeschrijvingen van ex-advocaat Piet Doedens. In het Utrechtse bekend om de lokatie van zijn kantoor (Oudegracht), in het juridische met name om zijn hoofdrol in de Zaanse paskamermoord.

Het NRC-artikel uit 1995 laat ons zien hoe actuele onderwerpen 15 (!) jaar geleden ook al speelden. Bijvoorbeeld:

Buigen of opstaan in de rechtszaal vindt hij potsierlijk. Het liefst zou hij magistraten begroeten met het Drentse 'moi'.

Ook interessant is het om over zijn motieven te lezen:

Soms, zegt Piet Doedens, is het prettig dat je kunt opkomen voor de underdog. [...] Maar ik ben geen Florence Nightingale. Ik doe dit soort zaken omdat er muziek in zit.'

Als strafpleiter was Doedens een goed voorbeeld van - in de typering van Parker - een echte belangenbehartiger. Noch immoreel noch idealistisch.

- De stuntman van het strafrecht; Advocaat Piet Doedens, pleiter buiten het dossier om, NRC (abonnee), 04-03-1995
- Strafpleiter Piet Doedens: een levende legende!, Elsevier, 19-08-2008
- Piet Doedens, ex-strafpleiter; toch wel ergens vrienden, Volkskrant, 20-12-2008