In de hoop fraude à la Stapel in de toekomst te vermijden, heeft afgelopen week een wetenschappelijke commissie van de KNAW de opdracht gekregen om te onderzoeken hoe onderzoekers omgaan met onderzoeksgegevens. De commissie staat onder leiding van Kees Schuyt, emeritus hoogleraar sociologie en jurist.

In het NRC Handelsblad van 11 november stond een interview met Schuyt. Interessant is de vraag: Is het nodig dat de wetenschap meer aandacht besteedt aan beroepsethiek? Schuyt antwoordt:
"Een paar colleges voor eerstejaarsstudenten lijken me onvoldoende. Kijk, iedereen weet natuurlijk wat wel en niet mag, maar het wordt pas moeilijk als je als jonge onderzoeker aan de slag gaat. Dan ontstaan de verleidingen. Misschien dat we op dat moment in iemands loopbaan nog eens op alle vanzelfsprekende normen en gevaren moeten wijzen."
Deze benadering van beroepsethiek lijkt aan te sluiten op de duiding die Jeroen Smit gisteren in Nieuwsuur gaf van het interview van Paul Rosenmöller met Cees van der Hoeven, de voormalig CEO van Ahold. Een groot boekhoudschandaal (bij U.S. Foodservice, een dochterbedrijf van Ahold), maakte acht jaar geleden een einde aan Van der Hoevens carrière. In het interview erkent Van der Hoeven dat hij in de tijd van het Ahold-schandaal fouten heeft gemaakt. Van der Hoeven:
"Ik denk dat ik wel hier en daar de weg een beetje ben kwijtgeraakt. [...] Te veel zelfvertrouwen... te weinig luister naar mensen... bij tijd en wijlen misschien wel een stuk arrogatie heb gehad. [...]"

Jeroen Smit stelt in de uitzending van Nieuwsuur ten aanzien van (top)bestuurders:
"Het zijn gewoon mensen. Succesvolle mensen geloven in hun eigen waarheid. Dit soort leiders hebben hulp nodig. Geholpen worden om met hun eigen benen op de grond te blijven. [...] Dat is wat succes met mensen doen. In feite komen de ondeugden letterlijk aan de macht. Hebzucht, vriendjespolitiek, ik kan me dit permitteren want ... ".
De omgeving moet zorgen voor checks-and-balances waartoe, zo stelt Smit, toezichthouders helaas niet altijd in staat zijn. De Ahold-affaire heeft dit laten zien.

Als we dit zo overzien, waar ligt dan de rol van de bedrijfs/beroepsethiek? Of misschien beter: waar moet de nadruk op liggen?
1. Klopt het dat we an sich, zoals Schuyt stelt, best in staat zijn om vast te stellen wat goed of fout is? Kan ethiekonderwijs hierin geen bijdrage meer leveren?
2. Klopt het dat iedereen zichzelf kan verliezen? Door succes, macht, geld, ... Moet de student reeds opgeleid worden in het verwerken van deze grenzen?
3. Klopt het dat we anderen nodig hebben om dit te corrigeren? Moeten studenten juist opgeleid worden in het kritisch aanspreken en corrigeren van anderen?

R. Edward Freeman van de Darden School of Business van de University of Virginia geeft een mogelijk antwoord op de eerste vraag. Zijn stelling: studenten weten misschien dan wel wat in het algemeen goed of slecht is maar nieuwe, actuele situaties vragen om blijvende aandacht. Neem bijvoorbeeld de rol van de social media binnen professies. Neem de roep om transparantie (Wikileaks e.d.). Waar liggen hier de ethische grenzen? Het is volgens Freeman waardevol om studenten hier mee in aanraking te laten komen.



In de WRR-verkenning "Bijdragen aan waarden en normen", onder redactie van eerdergenoemde Schuyt, valt ondertussen meer te lezen over de pedagogische opdracht van het onderwijs t.a.v. het ethische. Zowel de aangrijpingspunten als de beperkingen. Uit 2004 maar nog steeds actueel.

Maar de eerste vraag is dus: weet iedereen (reeds) wat wel en niet mag?

Commissie tegen fraude wetenschap versneld ingesteld, NRC, 10-11-2011
Cees van der Hoeven spreekt, Nieuwsuur, 11-11-2011
'De universiteiten zijn wel wakker geschud'; Socioloog Schuyt leidt commissie die onderzoekt hoe wetenschappers gegevens verzamelen, NRC (abonnee), 11-11-2011
'Bijdragen aan waarden en normen, WRR (verkenning), 2004