NRC bericht vandaag dat de PVV afgelopen week de benoeming van advocaat-generaal Diederik Aben in de Hoge Raad heeft tegengehouden. Nu is dit wat kort door de bocht. Het was inderdaad de PVV, bij monde van Lilian Helder, die het initiatief hiertoe heeft genomen maar een meerderheid in de vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie steunde de oproep hiertoe. Het uitnodigende stuk van Jensma - in Opinie & Debat: Rechtsstaat - bevestigt echter de insteek van de krant: het valt de PVV - en meer in algemene zin de Kamer - te verwijten deze opstelling te hebben gekozen. De commissie heeft politieke bezwaren tegen een ervaren magistraat gehonoreerd. Laat ik eens advocaat van de duivel zijn. In figuurlijke zin dan wel...

Eerst de feiten. Aben heeft ten tijde het proces Wilders een persoonlijke notitie geschreven waarin hij duidelijk maakte dat de beslissing om de rechters te vervangen juridisch niet juist was. De wraking was niet correct. Deze notitie "lekte" vervolgens uit en zorgde voor commotie. Aben koos er vervolgens voor om de notitie te publiceren op het NJBlog.

Niet zozeer de inhoud als wel de notitie zelf leidde tot veel vragen. Het pakket betreurde dan wel het uitlekken van de persoonlijke notitie maar waarom zette Aben de notitie online zodat iedereen zijn ideeën kon lezen? Waarom had deze jurist een dergelijke uitgebreide notitie geschreven? Deed hij dat ook voor de gemiddelde zwerver die vast zat? Niet iedereen - ik verwijs graag naar de reacties op bijvoorbeeld het NJBlog - was ervan overtuigd dat het handelen van Aben zuiver was.

De kritiek luidde in het algemeen als volgt. De keuze voor het proces Wilders, de omvang en grondigheid van de notitie als de manier waarop de notitie openbaar werd gemaakt (uiteindelijk zelfs via NJBlog) wekken gezamenlijk op z'n minst de indruk dat Aben (ook) persoonlijk gemotiveerd was. Het lijkt erop dat bij Aben niet enkel juridische motieven speelden (de kwaliteit van rechtspraak) maar dat ook andere motieven een rol hadden gespeeld. Sterker, waarom zou hier geen sprake kunnen zijn van juridisch rationaliseren: dat juist vanuit een persoonlijke voorkeur enthousiast naar juridische gronden en degelijkheid is gezocht? Dat de inhoud van de notitie gericht was op de procedure en lezing van jurisprudentie maakt dit, zo de kritiek, niet anders: de schijn van bevooroordeeld-zijn is, mogelijk onbedoeld, gewekt en dit past niet de onafhankelijkheid van de rechtspraak binnen onze rechtsstaat.

Met het bovenstaande in gedachten is het niet vreemd dat de benoeming van Aben bij de Hoge Raad vervolgens door een groep mensen kritisch is bekeken. Juist van een raadsheer van de Hoge Raad verwacht je dat persoonlijke voorkeuren geen rol spelen. Aben heeft echter bij sommige burgers helaas - bewust of onbewust - een andere indruk gewekt. Of dit terecht is, raakt een beroepsethische discussie. Maar in dit licht lijkt het te kort door de bocht te zijn om de positie van de PVV hier enkel te duiden in termen van "Wie voor mij is, deugt. Wie niet, die niet.". Net zo min Aben nu per definitie ongeschikt is geworden.

We wachten de reacties op de NRC-site met belangstelling af.

De zoektocht naar gronden voor wraking, NJBlog, 08-11-2010
Hoe de PVV een raadsheer uit de Hoge Raad weerde, NRC Recht en Bestuur, 17-12-2011