Deze week werd ervoor gepleit om de Nederlandse rechter shariales te geven. Maar waarom moet zou dit zo zijn? Omdat dit niet voor iedereen even duidelijk is een kleine analyse met de belangrijkste argumenten: zowel voor als tegen. Een aantal zijn trouwens eerder verklarend van aard (in juridische zin) dan dat het morele argumenten zijn. Misschien maakt dit de discussie juist zo lastig. Argumenten 6 en 7 zijn met name voor ons interessant. Bij de meeste argumenten kan worden toegevoegd: en een rechter moet deugdelijke uitspraken doen, dan wel, bezit deze kennis nog niet.

Aanvullingen/verbeteringen? Welkom!

Waarom een Nederlandse rechter op shariales zou moeten:

Pro

1. Om een gefundeerd referentiekader te krijgen voor de beoordeling van de vele beweringen die over dit onderwerp worden gedaan binnen (en buiten) de rechtszaal in het algemeen. Bijvoorbeeld om inzicht te krijgen in deze discussie.

2. Omdat dit niet tot problemen leidt. Rechters waken altijd voor schending van de Nederlandse rechtsorde en dus ook van de mensenrechten. Die gaan altijd voor. (eigenlijk een contra-contra-argument)

3. In gevallen van internationaal privaatrecht waar een conflictregel buitenlands recht als toepasselijk aanwijst, kan dit buitenlands recht mede gebaseerd zijn op regels van islamitisch recht.

4. In gevallen van internationaal privaatrecht kan de vraag spelen naar de erkenning van een in het buitenland tot stand gekomen rechtsverhouding. Dit buitenlands recht kan mede gebaseerd zijn op regels van islamitisch recht.

5. In het Nederlands privaatrecht bestaat soms contractsvrijheid waarbij er constructies
kunnen worden gevonden die beantwoorden aan de eisen van het islamitisch (financiële) recht.

6. Soms is het Nederlands recht minder strikt en meer open geformuleerd, waarmee de rechter ruimte krijgt zijn normatief oordeel te laten bepalen door de belangen van het concrete geval. Het normatieve kader van partijen speelt bij een dergelijke open norm ook een rol. Dit kader kan vervolgens gerelateerd zijn/voortkomen uit (mede) sharia-recht. Door dit mee te laten wegen in het concrete geval streeft de rechter naar materiële rechtvaardigheid.

7. Een rechter kan hierdoor beter de uitspraak uitleggen en verantwoorden aan partijen. Indien één van de partijen gemotiveerd wordt door een voor hem of haar geldende sharia-norm, kan de rechter in de verantwoording van de uitspraak hier rekening mee houden. Niet zozeer qua inhoud maar in eerste instantie om de omarming van de uitspraak door partijen te bevorderen. Dit voorkomt ‘hinkende’ situaties. Voorbeeld: het bekendste voorbeeld is de scheiding. Een Nederlandse scheiding wordt in het buitenland niet altijd erkend. Een vrouw die in Nederland gescheiden is, kan daar en in haar eigen moslimgemeenschap nog steeds als gehuwd gelden. Als de rechter een echtscheidingsvonnis zo motiveert dat de scheiding gemakkelijker wordt erkend in het andere land komt dit ten goede aan alle partijen.

8. Naleving van de regels uit de sharia kan gelden als een religieuze plicht; verondersteld wordt dat dit gevolgen voor het leven in het hiernamaals heeft. Kennis hiervan helpt vervolgens bij uitspraken waarin een beroep wordt gedaan op de godsdienstvrijheid en de bescherming van godsdienstuitoefening. Dit kan in allerlei procedures aan de orde zijn.

Contra

1. Er is niet zoiets als De sharia. Een simpele verwijzing naar ‘de sharia’ is niet alleen te vaag, maar miskent ook dat er binnen de islamitische rechtsgeleerdheid veel meningsverschillen bestaan.

2. Naast sharia-recht zijn er ook andere internationale rechtsgebieden (Deens recht, Duits recht, Belgisch recht). Waarom de nadruk op de sharia en niet bijvoorbeeld op Chinees recht? Getallen ontbreken om te concluderen dat shariales voor rechters wenselijk is.

3. (contra 3) Conflicten op het gebied van (internationaal) economisch recht waarbij sprake is van een sharia-achtige invulling komen nauwelijks voor. Deze wijze van economisch handelen heeft namelijk nog weinig ingang gevonden. Het gaat met name om personen- en familierecht. Vraag is of hiervoor de rechter op shariales zou moeten gaan.

4. (contra 5) Als de contractsvrijheid op deze manier wordt ingevuld dan is het aan te raden toch concrete afspraken te maken die aansluiten bij het Nederlands recht. Reden: zie contra-argument 1: omdat de sharia als zodanig geen kant-en-klaar wetboek is, zou de Nederlandse rechter zich dan door partijen of derden moeten laten voorlichten wat in casu de sharia is. Een simpele verwijzing naar ‘sharia’ zal niet acceptabel zijn.

5. (contra 6) Materiële rechtvaardigheid is geen subjectief oordeel van een rechter maar moet gerelateerd worden aan universele - dan wel intersubjectieve - beginselen. De normativiteit van partijen is secundair en bepaalt geenszins wat redelijk en billijk is. Zie ook pro (!) argument 2.

6. (contra 7) Waarom zou de Nederlandse rechter hiervoor moeten zorg dragen? Een interessante morele discussie.

7. (contra 8) Nederland beschermt mogelijk te veel? Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is in ieder geval strenger in het vaststellen van wat een religieuze handeling is. Niet iedere handeling die voortkomt uit de godsdienst valt onder de bescherming van artikel 9 EVRM. Alleen die handelingen die op zichzelf kunnen worden beschouwd en algemeen worden beschouwd als een praktische toepassing van de godsdienst, worden door het Europese Hof onder die bescherming gebracht. Nogal wat (sharia) gedragsregels uit de islam vallen hier niet onder. Dit is ook logisch gezien contra-argument 1: er is niet iets als de sharia-gedragsregel (er zijn meerdere regels die weer multi-interpretabel zijn, die niet door iedereen wordt omarmd, et cetera).

Enkele bronnen:
‘Rechters moeten op shariales’, Nederlands Dagblad, 10-01-2012
Rechtstreeks 2011:4: Sharia(&)rechtspraak: Rechtsontwikkelingen in de moslimwereld & Nederland, Rechtspraak.nl, 10-01-2012
Nederlandse rechtsorde sterker dan sharia, Metro, 29-09-2011