Lastig. Minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) heeft aangegeven de opstelling van burgemeester Els Boot van Giessenlanden in de zaak van een Afghaanse vluchteling „onbegrijpelijk” te vinden. De burgemeester had eerder besloten dat de politie niet mag meewerken aan de uitzetting van de 45-jarige Afghaanse vluchteling Rafiq Naibzay.

Leers geeft in de media aan dat het echter gaat om een vluchteling die wordt verdacht van oorlogsmisdaden en dat Nederland geen toevluchtsoord wil zijn voor deze mensen.

Los even of dit juist is (niet onomstreden): in hoeverre is het in morele zin wenselijk dat een minister op deze manier de publiciteit zoekt? In de reacties wordt het verschil tussen verdacht-zijn-van en beschuldigd-zijn-voor in ieder geval snel losgelaten. Of is privacy - mede door de media-gerichte opstelling van de personen aan de kant van Naibzay - geen issue meer?



Dossier Naibzay (inclusief persbericht gemeente Giessenlanden, Een eerlijk proces (burgerinitiatief)
Leers: opstelling burgemeester onbegrijpelijk, De Stentor, 26-11-2012