In de praktijk
Rechter wegens ongeschiktheid ontslagen
De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft op 15 oktober 2009 een vordering tot ontslag van betrokkene bij de Hoge Raad ingediend. Het betreft een vordering tot ontslag wegens ongeschiktheid, anders dan wegens ziekte, voor het verrichten van de taak als rechter.
De vordering is gebaseerd op een verzoek daartoe van de president van het gerecht waar betrokkene is aangesteld. De Hoge Raad heeft de zaak mondeling behandeld in raadkamer. Daarbij is ook betrokkene met haar advocaat aanwezig geweest.
De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat betrokkene ongeschikt is om haar functie als rechter uit te oefenen. Betrokkene is met ingang van 1 januari 2010 ontslagen onder toekenning van een werkloosheidsuitkering die berekend wordt op basis van de Werkloosheidswet.
Bij de vordering is verwezen naar het personeelsdossier van betrokkene, waaruit blijkt dat zij gedurende een lange periode is tekort geschoten in de uitoefening van haar taken als rechter. Zo is zij tijdens verschillende functioneringsgesprekken gewezen op gebrek aan besluitvaardigheid, veelvuldige afwezigheid, onzekerheid bij zittingen en haar werktempo. Er is ook sprake geweest van problemen in de privésfeer die haar functioneren als rechter in de weg stonden.
Voorts is gebleken dat herhaalde keren afspraken zijn gemaakt die tot verbetering zouden moeten leiden. Betrokkene heeft enige tijd op proef bij een andere rechtbank gewerkt. Zij had in een eerder stadium al eens een periode van verlof gekregen om orde op zaken te stellen.
Naar het oordeel van de Hoge Raad hebben deze maatregelen onvoldoende resultaat gehad.
De Hoge Raad overweegt dat bij zijn beslissing tot ontslag geen acht is geslagen op de inhoud van beslissingen die betrokkene als rechter heeft genomen in zaken die aan haar oordeel zijn onderworpen. De inhoud van die beslissingen vormen geen reden voor toewijzing van de vordering tot ontslag. De rechterlijke onafhankelijkheid is hier dus niet in het geding.
- Hoge Raad ontslaat een rechter wegens ongeschiktheid ontslagen, Rechtspraak.nl, 18-12-2009
De vordering is gebaseerd op een verzoek daartoe van de president van het gerecht waar betrokkene is aangesteld. De Hoge Raad heeft de zaak mondeling behandeld in raadkamer. Daarbij is ook betrokkene met haar advocaat aanwezig geweest.
De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat betrokkene ongeschikt is om haar functie als rechter uit te oefenen. Betrokkene is met ingang van 1 januari 2010 ontslagen onder toekenning van een werkloosheidsuitkering die berekend wordt op basis van de Werkloosheidswet.
Bij de vordering is verwezen naar het personeelsdossier van betrokkene, waaruit blijkt dat zij gedurende een lange periode is tekort geschoten in de uitoefening van haar taken als rechter. Zo is zij tijdens verschillende functioneringsgesprekken gewezen op gebrek aan besluitvaardigheid, veelvuldige afwezigheid, onzekerheid bij zittingen en haar werktempo. Er is ook sprake geweest van problemen in de privésfeer die haar functioneren als rechter in de weg stonden.
Voorts is gebleken dat herhaalde keren afspraken zijn gemaakt die tot verbetering zouden moeten leiden. Betrokkene heeft enige tijd op proef bij een andere rechtbank gewerkt. Zij had in een eerder stadium al eens een periode van verlof gekregen om orde op zaken te stellen.
Naar het oordeel van de Hoge Raad hebben deze maatregelen onvoldoende resultaat gehad.
De Hoge Raad overweegt dat bij zijn beslissing tot ontslag geen acht is geslagen op de inhoud van beslissingen die betrokkene als rechter heeft genomen in zaken die aan haar oordeel zijn onderworpen. De inhoud van die beslissingen vormen geen reden voor toewijzing van de vordering tot ontslag. De rechterlijke onafhankelijkheid is hier dus niet in het geding.
- Hoge Raad ontslaat een rechter wegens ongeschiktheid ontslagen, Rechtspraak.nl, 18-12-2009