Als juridisch professional zul je vaak beslissingen nemen. Zonder dat we het ons vaak beseffen, kennen deze beslissingen ook een morele kant. De beslissing die je neemt - en de wijze waarop je vervolgens handelt - zegt tevens iets over wat jij in het algemeen een goed leven vindt en meer in het bijzonder wat volgens jou een goede beroepsuitoefening is.  In deze bijdrage zal ik dit nader uitwerken aan de hand van het volgende schema:


Morele dimensie van ons handelen

Maar om te beginnen een casus: de complexe zaak

Je bent net begonnen aan je studentenstage bij een nieuw, commercieel juridisch advieskantoor. Je wordt ingezet als juridisch medewerker. Het kantoor wil de markt veroveren door een vernieuwend maar risicovol ondernemingsmodel. Het kantoor wil namelijk zoveel mogelijk winst maken door het oppakken van relatief eenvoudige juridische zaken voor een fixed price. Voor een vast bedrag behartigt het kantoor de belangen van haar cliënten in een concrete zaak. Indien bij de intake blijkt dat een potentiële klant met een complexe zaak komt, zal deze worden afgewezen. Een juridisch medewerker is aangesteld om deze voorsortering te maken. Natuurlijk zijn er soms zaken die bij de intake ten onrechte als eenvoudig worden gekwalificeerd. Om dit financieel te ondervangen, wordt gebruik gemaakt van een escalatiebeding. Met iedere cliënt wordt overeengekomen dat indien er aanwijsbaar meer tijd in een zaak moet worden gestoken dat dan na overleg een gereduceerd tarief in rekening wordt gebracht. Het escalatiebeding moet door de cliënt apart wordt ondertekend. Het is wel de bedoeling van het kantoor om het beding op te gaan nemen in de algemene voorwaarden dan wel integraal onderdeel te laten uitmaken van het contract, maar dat is er nog niet van gekomen. Ondanks dat het escalatiebeding ervoor zorgt dat bij complexe zaken er extra geld binnenkomt, wordt toch geprobeerd om een zaak zo snel mogelijk af te ronden. Enkel door kwantitatief veel zaken te behandelen, maximaliseert het kantoor haar winst.

Nu krijg je op een dag een zaak toegewezen die ten onrechte door bovengenoemde intake is gekomen. Het is je al snel duidelijk dat deze zaak jou veel tijd gaat kosten. Je vermoedt dat de cliënt het juridische gelijk aan zijn kant heeft staan, maar het zal een lange procedure worden. De kosten zullen ruim de fixed-price overstijgen. Bij bestudering van de met de cliënt gemaakte overeenkomst blijkt echter dat het escalatie-beding niet is ondertekend. Je bespreekt dit met je begeleider. Deze geeft aan dat het verder geen probleem is. Het enige wat je moet doen is de cliënt even subtiel de deur te wijzen. Dat de cliënt al geaccepteerd is na de intake is verder geen probleem. Gezien de juridische zaak waarmee de cliënt bij jullie kwam, zal hij jullie vast niet aanspreken wegens contractbreuk (je begeleider stelt daarnaast dat "het een beetje een domme man is"). Maar, zo stelt je begeleider, verwijs maar niet naar het ondernemingsmodel. In een net begonnen reclamecampagne geeft het kantoor aan juist voor kwaliteit te staan. Het ondernemingsmodel mag niet op straat komen te liggen! Als je hier moeite mee heeft, zo wordt je medegedeeld, dan moet jij maar in de avonduren de extra uren maken. Hier heb je echter niet zo’n zin in: je had juist met je partner afgesproken om ’s avonds en in het weekend meer tijd met elkaar door te brengen. 

Deze casus geeft direct een handelingssituatie weer: het startpunt van bovenstaand schema. Een handelingssituatie is een toestand waarbij van iemand wordt gevraagd te handelen; waarbij van de persoon een actie wordt verwacht. In bovenstaande, fictieve casus betreft het jou, in de rol van juridisch medewerker.

Omdat in een handelingssituatie een actie wordt verwacht, brengt deze direct keuzes met zich mee. Dit ligt erg voor de hand: we maken immers continu keuzes in ons leven. Dit kunnen om te beginnen kleine keuzes zijn als “Doe ik voor de smaak nog wat zout in het eten?” of "Ga ik internetten of tv kijken?". De impact van deze keuzes op je leven is (normaal gesproken) niet erg groot. Wat de juiste keuze is, lijkt dan ook minder belangrijk. Hooguit is je eten verpest (te veel zout) of heb je - bijvoorbeeld - een tv-programma gemist.

Maar soms sta je ook voor grotere keuzes. Keuzes waarbij de impact op je leven groter is. Waarbij het maken van de juiste keuze nog belangrijker is. Denk bijvoorbeeld aan de keuze wat je gaat/ging doen na afronding van je opleiding. Deze keuze is een stuk belangrijker dan de keuze op een bepaalde avond wel of niet zout op het eten te strooien.

De morele dimensie van ons handelen
Maar of het nu een belangrijke of minder belangrijke keuze is, iedere keuze die we maken, kent ook een morele kant. Hiermee wordt bedoeld dat iedere keuze die je maakt ook iets zegt over hoe jij in het leven wilt staan en als het op beroepsmatige situaties aankomt hoe jij je beroep wilt uitoefenen. Met iedere keuze die je maakt, geeft je inhoud aan je morele waarden en normen: over wat jij een goed leven of goede beroepsuitoefening vindt. Of een gekozen handelingsoptie de juiste is, wordt vaak juist bepaald door deze morele dimensie van je keuze. 

Neem bovenstaande casus. Je staat voor de keuze of en hoe je afscheid gaat nemen van een cliënt. Dit roept allerlei morele vragen op. Volg je in het algemeen inderdaad je begeleider en neem afscheid van de klant of vind je dat je de gemaakte afspraken moet nakomen? Dit betekent wel dat je in de avonduren aan de slag moet. Is dit echter wel redelijk? Rechtvaardigt deze situatie dat jij je afspraken met je partner niet na kunt komen? En stel je neemt afscheid van de cliënt: is het wel moreel juist dat je gaat liegen? Dat je misschien zelfs misbruik gaat maken van zijn verstandelijke beperkingen? Je ziet dat allerlei vragen je de morele dimensie achter de keuze tonen.

Nu zul je lang niet altijd over deze morele kant van een keuze nadenken. In de praktijk zie je hiervoor grofweg twee redenen:
  1. Iemand onderkent niet dat een keuze ook een morele keuze impliceert.
  2. De manier waarop iemand behoort te handelen ligt om diverse redenen voor de hand. Het handelen geschiedt automatisch.
Sensibiliteit voor de morele kant van een keuze
Bij veel keuzes lijkt de morele dimensie afwezig te zijn. Neem nu de keuze op een bepaalde avond wel of niet zou op je eten te strooien. Wat heeft dit nu met moraliteit en ethiek te maken? In eerste instantie lijkt deze keuze geen morele vraagstukken te herbergen (anders dan in de casus). Toch is dit niet helemaal juist en kun je zelfs bij deze keuze allerlei morele vragen stellen:
  • Moet je wel zout gebruiken als je hier op de lange termijn misschien ongezond van wordt? Ga je het zout ook gebruiken als er iets aan toegevoegd is? Wanneer wel, wanneer niet?
  • Stel je hebt zelf niet gekookt, is het gebruik van zout dan een belediging voor de kok? Zou dit een reden zijn om toch maar geen zout te gebruiken?
  • Maakt het daarnaast uit waar het zout vandaan komt? Wil je zout uit de omgeving (bijvoorbeeld Nederlands zout) om de lokale economie te ondersteunen? Indien het zout ergens anders vandaan komt, spelen milieuoverwegingen dan een rol? En maakt het uit onder welke arbeidsomstandigheden het zout gewonnen is? Stel je hebt bepaald zout gekocht maar je staat niet meer achter deze keuze, betekent dit dat je het toch eerst moet opmaken?
Enigszins geforceerd maar je ziet dat zelfs de aankoop en het gebruik van zout iets zegt over wat jij onder een goed leven verstaat. Het is de kunst hier open voor te staan. Dat je onderkent dat veel zo niet alle keuzes die je maakt ook iets zeggen over wat jij onder een goed leven verstaat. Hier open voor staan, gevoelig voor zijn, wordt ook wel morele sensibiliteit genoemd.

Ter illustratie, maar in het dagelijks leven doen zich trouwens continu morele vraagstukken voor:
  • Onderweg naar school kom je een zwerver tegen die om geld vraagt. Wat doe je?
  • De zwerver irriteert je. Waarom schiet je hem niet dood?
  • Op het station word je een fiets aangeboden voor 10 euro. Je kunt wel een fiets gebruiken. Wat doe je?
  • Onderweg naar college is het gaan regenen. Je hebt geen zin om nat te worden. Is dit een goede reden om te laat te komen?
  • Een docent vraagt waarom je te laat bent. Je hebt eigenlijk geen reden (gewoon te laat opgestaan). Een goed moment voor een leugentje voor eigen bestwil om van het gezeur af te zijn?
  • Een vriend vraagt je om hem tijdens een tentamen te helpen met spieken. Wat doe je?
  • Een medestudent vraagt aan je of jij zijn naam ook op een groepsopdracht wil zetten. Hij heeft echter niets gedaan. Wat doe je?
  • Je ziet op de kamer van een docent een tentamen liggen. Ga je kijken?
  • Je beste vriend komt 's avonds eten, hij is vegetariër, jij niet. Ga je vlees voorschotelen?

Bij een aantal vragen ligt het antwoord voor de hand, bij een aantal niet. Natuurlijk schiet je geen zwerver dood, zul je waarschijnlijk denken. Veel mensen zullen ook niet snel aan vrienden die vegetarisch zijn vlees opdienen. Dat dit een morele keuze impliceert - namelijk een antwoord op de vraag hoe jij met vrienden om moet gaan - wordt dan vergeten. Toch zegt dit iets over wat jij een goede omgang met vrienden vindt.

Zou je van de klant in de casus afscheid moeten nemen of niet? En zo ja, hoe ga je dit doen? Je antwoord op deze vraag zal veel zeggen over wat jij onder een goed leven verstaat. En onder een goede beroepsuitoefening.

In een volgende post zal ik verder gaan met het schema en uitleggen wanneer je te maken hebt met een moreel probleem en met morele dilemma´s.