Boek: Wat de advocaat betaamt
Auteur: Pauline de Kok, A.B. Ringeling e.a.
Uitgave: Nederlandse orde van advocaten (1992)

----------

Beschrijving
De Nederlandse Orde van Advocaten bestaat veertig jaar. Dat leek een goede aanleiding een boek uit te geven, waarin verschillende facetten van de advocatuur wordt belicht. Wat is de beroepsopvatting van de huidige balie? Hoe uit zich die in de inzet voor de beroepsgroep, in de beroepsethiek en in ethische vraagstukken? Wat betaamt de advocaat?

----------

Recensie rechtsethiek.nl
Er zijn weinig boeken die direct de juridische beroepsethiek aangaan. Helemaal zijn boeken van Nederlandse herkomst dun gezaaid. Een goede reden om boeken die wel hieraan voldoen eens weer onder de loep te nemen. In "Wat de advocaat betaamt" zijn een viertal artikelen opgenomen die het werk van de advocaat in morele zin raken. Een korte bespreking:

A.B. Ringeling - De logica van de collectieve actie
Het artikel van Ringeling over de logica van de collectieve actie is wat eenzijdig en met name prikkelend bedoeld. Of er een antwoord is gekomen op de vraag anno 1992 of de Orde wel in staat is tot kwaliteitsverbetering en vernieuwing en of verschillen in opvatting kunnen worden beslecht, laat ik graag aan de lezer over. Met name vanuit historisch perspectief van waarde.

Pauline de Kok - De balie tussen traditie en markt
Naast het artikel van Ringeling zijn twee artikelen opgenomen die een verslag geven van twee ronde-tafel-gesprekken die gevoerd zijn met meerdere advocaten. Het artikel van De Kok raakt goede onderwerpen:

- de balie tussen traditie en markt
- waarom zou je je inzetten voor de beroepsgroep (van welbegrepen eigenbelang tot ideeel belang)
- de waarde van sociale advocatuur
- ga nooit vergaderen met advocaten ("ze denken allemaal dat hun ideeën goed zij, omdat cliënten altijd in hen geloven. Ze zoek een podium.")
- vrouwen in de advocatuur (anno 1992 bedroevend weinig)
- werklast
- winstbejag: vroeger onverenigbaar met de advocatuur. Toen stond "fraternaliteit" als waarde nog hoog.

De diepgang van het artikel is helaas beperkt. Lezen we nu enkel wat (subjectieve) meningen van vooraanstaande advocaten of zit er nog een theoretische fundering achter. Zeker omdat de advocaten over menig onderwerp twisten, blijft het lastig om lessen te leren. In het artikel komen trouwens wel de profielen terug van de advocaten. Deze zijn echter in mijn ogen niet echt inspirerend en hebben nauwelijks een voorbeeldfunctie; ze zijn (helaas) gedateerd. Is de advocaat van 20 jaar geleden dan toch anders dan die van nu? (iets wat in het laatste artikel ook wordt geconstateerd maar dan t.a.v. de groep uit de jaren '60/70 van de vorige eeuw). Vanuit de functie van de advocaat zou dit niet kunnen?

A. Boermans - Verslag van een rondetafelgesprek
Ook het verslag van het rondetafelgesprek van Boermans raakt vele onderwerpen. In dit artikel zijn een aantal leuke stellingen te lezen.
- publiciteit en reclame (publiciteit zoek je voor je cliënt als het nodig is. Dit mag geen vorm van reclame omhelzen)
- vormvoorschriften (interessante stelling: als advocaten te veel vormfouten inzetten om aanwijsbare schurken vrij te krijgen, snijden ze zich zelf in hun vingers. De politiek zal het OM meer ruimte geven om fouten te kunnen maken, hetgeen uiteindelijk nadelig zal uitwerken voor de advocaat. De formele insteek dat de rechtsstaat juist gebaat is bij een advocaat die wijst op vormfouten (dat is zijn of haar rol) klopt maar werkt uiteindelijk bij veelvuldig gebruik nadelig uit voor diezelfde advocaat)
- oppakken van kansloze zaken ("het principiële uitgangspunt is toch dat de advocaat geen rechter is" versus "veel cliënten weten niet wat voor een ellende het oproept om een procedure aan te gaan". Uiteindelijk per zaak verschillend?)
- Robin Hood versus tijdschrijver (waarbij de Robin Hood de moreel activist is Parker. Interessante stelling of juridische vernieuwingen/noviteiten bij de HR vaak afkomstig zijn/waren uit zaken afkomstig uit de sociale advocatuur).
Mijn conclusie is grotendeels gelijk aan het vorige artikel. Theoretisch beperkt, maar qua stellingname wel waardevoller.

L.E. de Groot-van Leeuwen, C.J.M. Schuyt - Morele redeneerpatronen bij advocaten
Het laatste artikel is het meest aansprekend: ethische dilemma's, morele redeneerpatronen bij advocaten van De Groot-Van Leeuwen en Schuyt. Het artikel stelt ten eerste dat de gedragspraktijk van advocaten herhaaldelijk afwijkt van nationale en internationale (vaak hoog) gestelde beroepsregels. Een advocaat loopt vaak tegen morele problemen op al zal niet iedere advocaat dat (willen) erkennen. Het artikel verwoord`t de bekende driehoek waarin ethisch conflicten (kunnen) plaatsvinden: een conflict tussen persoonlijk moraal, beroepsmoraal en/of algemeen belang. Daarnaast staan nog de problemen die te maken met het commerciële belang van een advocaat. Concreet worden nog steeds actuele voorbeelden gegeven t.a.v.:
- belangenverstrengeling (werkgever en werknemer vertegenwoordigen)
- vormfouten bij aanwijsbare schuldigen
- mensen in slechte omstandigheden toch bijstaan (bijv. vreemdelingen vertegenwoordigen die juridisch eigenlijk geen kans maken)
- werkdruk/bedrijfsvoering (cliënten behartigen maar geen tijd hebben om ze te spreken)
- belangen behartigen van kinderverkrachters

Aan de hand van twee casusposities komt het artikel tot een aantal morele redeneerpatronen. Moet een advocaat in een voogdij-zaak een ouder vertegenwoordigen teneinde de kinderen aan hem of haar toegewezen te krijgen terwijl de advocaat constateert dat deze ouder nooit in staat is tot het geven van een goede opvoeding (tot misbruik e.d. aan toe)? En moet een advocaat een aanwijsbaar gevaarlijke cliënt ten volle behartigen waarbij zelfs vrijspraak een optie zal zijn?

Dit leidt volgens de schrijvers tot de volgende patronen:
- het is geen moreel probleem maar enkel een juridisch probleem (indien een vreemdeling met gevaar terug moet naar zijn land is dit een juridisch argument)
- het is geen moreel probleem gezien de morele arbeidsverdeling in het recht (het bewaken van de openbare orde is geen taak van de advocaat)
- het is geen moreel probleem (voor mij) want ik zou als advocaat nooit in deze situatie geraken. Bepaalde cliënten (kinderverkrachters) dan wel specialisaties doe ik niet (strafrecht).
- het is geen moreel probleem (voor mij). Ik vertegenwoordig iedereen.
- het is geen moreel probleem. Ik leg de zaak dan altijd neer.

Deze patronen kennen nu modernere (en uitgebreidere) varianten maar zijn terecht door de schrijvers destijds al gesignaleerd. De uiteindelijke opgesomde tegenstellingen maken het goed af.

Het laatste artikel geeft het boek hiermee toch nog enige waarde. Nu is het boek niet meer te koop (en een heruitgave zal er niet snel komen) maar voor degene die een inleiding in ethische dilemma's bij advocaten wil lezen, adviseer ik toch nog even de bibliotheek te doorzoeken. Om wel direct daarna de actuele discussie en positities erbij te halen.

Bruikbaarheid voor ethiekcolleges: 8 van de 10.