De Orde meldt:

De Orde, het OM en de Raad voor de rechtspraak gaan praten over omgangsvormen in de rechtszaal. De orde heeft de andere togaberoepers uitgenodigd voor een rondetafelgesprek dat binnnen afzienbare termijn zal plaatsvinden.

Het initiatief vloeit voort uit de politieke rel die eind vorig jaar ontstond naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van Discipline in de zaak Enait. Het hof bepaalde dat de Rotterdamse advocaat vanwege zijn geloofsovertuiging mocht blijven zitten bij het binnentreden van rechters, ook omdat de gewoonte toch al aan slijtage onderhevig was.

Tijdens het vragenuurtje voor het kerstreces wilde een meerderheid van de Kamer dat staatssecretaris Albayrak met regelgeving zou komen om de omgangsvormen in de rechtszaal vast te leggen. De staatssecretaris sprak daarbij het vertrouwen uit dat de Orde zelf maatregelen zou treffen.


Om het hele dossier hangt helaas steeds meer een zweem van een legalistische opvatting van moraal. Conclaaf, codificeren/maatregelen en dan handhaven van moraal in de rechtszaal. Het is m.i. jammer dat we - door de politiek ingegeven - steeds Amerikaanser gaan worden in onze rechtsethiek (Rule 1.1. Rule 1.2 et cetera). Laten we eerst een fundamentele discussie voeren of juridische beroepsethiek in essentie toch meer is dan het bespreken en stellen van regels.

Een eerste aanzet: respect tonen (of ieder andere omvangsvorm) is niet enkel wat het "ik" bedoelt maar ook wat "de ander" ervaart. Als ik vanuit een Oost-Afrikaanse invulling van respect de rechter begroet met drie tongzoenen dan zal dit niet als respectvol worden ervaren. Respect toont zich in gedrag dat de ander kan interpreteren en onder redelijke omstandigheden omarmt. Gewoonte speelt hierbij - als gezamenlijk kader - een belangrijke rol. Als er onder redelijke omstandigheden vervolgens een (juridische) discussie ontstaat of een advocaat wel of niet respect toont, dan zit het echter per definitie al niet goed. Ik ken een rechter waarvan het algemeen bekend is dat zij gediend is van strikt formele omgangsvormen. Door deze te volgen, toont de advocaat echter respect ook al bestrijdt hij of zij buiten de rechtsmuren deze insteek. Misschien moeten we niet beginnen met een conclaaf maar met een lezing van Kant en Ross?

- Togaberoepen in conclaaf over mores, NOvA, 7-1-2010