Een door de president van het gerechtshof, mr. L. Verheij, terecht bekritiseerd beeld: catfight in toga. Maar zo werd de publieke discussie die gevoerd werd inzake het interview van Schalken maar al te graag door het NRC gekwalificeerd. Los van deze minder geslaagde kwalificatie (ook niet-toga-juristen gaven hun ideeën over het onderwerp en van een gevecht is geen sprake) blijft de vraag staan of Tom Schalken wel of niet in een interview de betrokken rechters had mogen bekritiseren.

Nu is dit een lastig debat waarin verschillende argumenten een rol spelen die ook nog weer eens via verschillende media tot ons zijn gekomen. Tijd om de deugdelijkheid van de verschillende argumenten maar eens te bezien en te bestuderen. Ik begin (natuurlijk) met een poging de argumentatiestructuren op te stellen. Niet eenvoudig want verschillende argumenten worden door elkaar gebruikt. Ik heb echter geprobeerd de argumenten zo goed mogelijk te interpreteren en te beschrijven. Het blijft echter een interpretatie (soms ook door mij aangezet) en verwijs om die reden voor directe lezing graag naar de oorspronkelijke bronnen. Ik sluit niet uit dat de betrokkenen het argument soms anders, bijvoorbeeld genuanceerder, hebben bedoeld. Bijkomend probleem is dat sommige argumenten in bepaalde commentaar/opiniestukken vaker terugkomen. Dit mag een eerste analyse ons echter niet in de weg staan al vraagt het wel om terughoudendheid in het toewijzen van argumenten aan de spelers. Daarom worden enkel de rugnummers gebruikt. Voor een toelichting op de gebruikte notatie in de argumentatiestructuren verwijs ik naar de link naar Van Eemeren e.a. (RUG).

Argumentatiestructuren


PRO (PROTAGONIST)
---------------------

De structuur voor de stelling dat Schalken wel publiekelijk zijn (oud)collega's mocht bekritiseren, lijkt de volgende te kunnen zijn:

1. Een rechter - in dit geval Schalken - moet publiekelijk zijn oud-collega's kunnen bekritiseren.

1.1 (want) dit verbetert de kwaliteit van onze rechtspraak (bron: 6)
1.1.1a (want) het zorgt voor rechtseenheid
1.1.1a.1a (want) juist door elkaar te bekritiseren schep je eenheid
1.1.1b (en) rechtseenheid geeft rechtsgelijkheid
(1.1.1b') (en) rechtsgelijkheid is een kernwaarde van onze rechtsstaat
1.1.2 (want) het houdt ons scherp
1.1.2.1 (want) dit zien we in voorbeelden uit Amerika waar openlijk kritiek geven heel normaal is
1.1.2.2 (want) die zie je ook bij de annotaties (zie verder 1.2.2.1a)
1.1.3 (want) de rechtspraak is niet gebaat bij een bastion waar nooit iemand iets over mag zeggen (Lange)
(1.1.3') (en) transparantie is essentieel voor onze rechtsstaat. Zie ook 1.4a.2

1.2 (want) door dit in dit geval af te wijzen, is er sprake van selectieve verontwaardiging bron: (6)
1.2.1a (want) andere rechters die in het openbaar kritiek uitten, werden niet hier op aangesproken
1.2.1a.1 (want) in het voorjaar werd Otte niet bekritiseerd toen hij met zijn boek 'De nieuwe kleren van de rechter' de rechtspraak de maat nam
1.2.1b (en) terwijl deze kritiek zelfs nog sterker was
1.2.2 (want) ook in annotaties nam Schalken ook eerder al menig rechter de maat (bron: 6)
1.2.2.1a (want) in deze annotaties gaf hij ook ongezouten kritiek op uitspraken van andere rechters
1.2.2.1b (en) zijn rol is daar niet wezenlijk anders dan waarvan hij nu tot ons spreekt
1.2.2.1b.1 (en) het maakt niet uit dat het publiek anders is (enkel juristen ipv krantenlezers)
1.2.3 (want) als Koos Spee afgelopen week bij zijn vertrek publiekelijk zijn juridisch context bespreekt, hoor je ook geen ongenoegen

1.3 (want) dat de rechtspraak schade lijdt gaat niet op (bron: 6)
1.3.1 (want) als door de kritiek de rechtspraak schade zou lijden dan is dit een teken dat er impliciet iets mis is
1.3.2 (want) de burger heeft nu kunnen zien hoe de rechtspraak functioneert

1.4a (want) vrijheid van meningsuiting moet voorop staan (bron: 2,6)
1.4a.1 (want) juist deze vrijheid heeft de burger laten zien hoe de rechtspraak functioneert (gelijk 1.3.2)
1.4a.2 (want) enkel zo vinden veranderingen plaats binnen de naar binnen gekeerde rechtspraak
1.4a.2.1 (want) juist de reacties van collega's op het interview op Schalken tonen ons dit (9)
1.4a.2.1.1 (want) je ziet geen zelfreflectie (bron: 10)
1.4a.2.2 (want) juist de manier waarop de rechtbank na de eerste wraking handelt, toont al hoezeer het alleen bezig is met het eigen imago (bron: 7)
1.4b (en) dit - na ontslag - was het enige maar wel juiste moment om dit te zeggen
1.4b.1 (want) een ander moment is er niet, voor ambtenaren die in het midden van een mediastorm zijn beland

CONTRA (ANTAGONIST)
---------------------

Het argument tegen het publiekelijk bekritiseren van oud-collega's door Schalken lijkt de volgende te zijn:

1. Een rechter - in dit geval Schalken - moet publiekelijk niet zijn oud-collega's bekritiseren.

1.1 (want) dit is schadelijk voor de rechtspraak
1.1.1 (want) tast het aanzien van de rechtspraak aan
1.1.1.1 (want) het toont dat rechterlijke macht nog steeds moeite heeft met de media (1)
1.1.1.2 (want) het toont dat rechters niet met één mond spreken

1.2 (want) enkel gericht om eigen moment of fame van Schalken, tijd voor zíjn slachtofferschap, narcistisch gedram (als privépersoon offert hij zogenaamd zijn carrière op om bij het publiek om genade en begrip te kunnen smeken). (bron: 3)

1.3 (want) ontslag maakt zijn zwijgplicht niet ongedaan. (bron: 3,8)
1.3.1 (want) het is schadelijke voor de rechtspraak (zie verder 1.1)

1.4 (want) de rechters waarop hij kritiek heeft, kunnen niet reageren. (bron: 4)

1.5 (want) de rechters hebben hem wel met alle egards behandeld. (bron: 4)

1.6 (want) de rechters hebben hem gelijk behandeld als andere getuigen. (bron: 11)

1.7 (want) een rechter moet niet spugen in de bron waaruit hij heeft gedronken. (bron: 4)

1.8 (want) Schalken is er enkel op uit ,,geld te verdienen met een boek over de zaak-Wilders." (bron: 4)

1.9 (want) zijn kritiek heeft toch geen impact (bron: 5)
1.9.1 (want) de voormalige collega's van Schalken bij de Amsterdamse rechtbank zullen niet erg geschrokken zijn van de verwijten die Schalken hun maakt
1.9.1.1. (want) rechters zien vooral het gekwetste ego van Schalken

1.10 (want) er is geen sprake van een onredelijke inperking van de vrijheid van meningsuiting
1.10.1a (want) van rechters als oud-rechters wordt nu eenmaal als professional verwacht dat ze zich niet publiek kritiek uiten
1.10.1a.1 (want) het is in de regel onaanvaardbaar wanneer rechters/raadsheren publiekelijk kritiek uiten op het werk van hun collega's
1.10.1b (en) het maakt hierbij niet uit of ze terecht of onterecht bekritiseerd worden
1.10.1c (en) gelijk aan andere professies waar de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt is

Analyse deugdelijkheid argumentatie.

Niet volledig maar:

1. Een aantal argumenten kunnen we wegstrepen omdat ze duidelijk drogredenen zijn. Pro-argument 1.2 (in geval Otte was het ook niet problematisch) als contra-argument 1.2 (Schalken is enkel een zure verliezer) en 1.8 (Schalken doet het voor zichzelf) vallen af. Het zijn argumentum ad hominems. Het op-de-man-spelen zegt mogelijk wel over hoe we Schalken moeten denken maar dit is niet de discussie. Het gaat hier hoe we de daad zelf normatief moeten duiden. Anders gezegd: stel Schalken was niet (ik citeer) "een zure man" of deed het niet "uit eigen belang", was zijn kritiek dan wel toegestaan? Het is een niet-relevant criterium.

2. Contra-argument 1.4 is ook niet overtuigend. De constatering dat de rechters in kwestie zelf niet kunnen reageren, maakt nog niet dat geen kritiek zou mogen worden geleverd. Ook feitelijk valt het argument te betwijfelen omdat het gerechtshof Amsterdam wel heeft gereageerd (echter: dit was niet inhoudelijk). Dat een ander niet mag reageren (proces) is in ieder geval geen overtuigend argument voor de stelling dat daarom de ander geen standpunt zou mogen uiten (inhoud). Het is het immuniseren van een standpunt.

3. Deze conclusie geldt ook voor contra-argument 1.9. Het feit dat de kritiek geen impact zal hebben, is geen overtuigend argument om het uiten van kritiek om die reden dus af te keuren. Helemaal nu - gezien de discussie - niet valt te overzien wat de gevolgen precies zullen zijn van het interview van Schalken. Drogreden: bevestiging van het gevolg.

4. Contra-argumenten 1.5 en 1.6 roepen de vraag op hoe de betrokken rechters Schalken nu daadwerkelijk hebben bejegend. No. 11 lijkt te zeggen dat Schalken gelijk is behandeld aan andere getuigen, No. 4 stelt dat Schalken met alle egards is behandeld (is hier sprake van een pragmatische inconsistentie?). Voor sommige juristen en voor de media is dit een interessante kwestie maar voor de stelling minder relevant (en zegt no. 4 eigenlijk niet hetzelfde als no. 11; namelijk dat getuigen altijd met alle egards worden bejegend?). Ook al zou Schalken buitengewoon goed zijn bejegend, blijft de vraag hoe dan ook staan: mag je het werk van een oud-collega rechter publiekelijk duiden? Het lijken om die reden geen doorslaggevend argumenten.

5. Voor contra-argument 1.7 geldt hetzelfde. De stelling dat je niet mag spugen in de bron waarin je gezwommen hebt (sommige kennen dit als het zogenaamde Willem-van-Hanegem-argument) is volgens de meeste logici een drogreden. Het kan inderdaad hypocriet zijn, maar is uiteindelijk een argumentum ad hominem. Meestal - en dit is afhankelijk van de reden waarom je niet mag spugen in de bron - betreft dit een tu quoque-variant. Het veronderstelt tevens dat je niet van mening mag veranderen. Dit is echter één van de pijlers van een kritische discussie.

6. Eén van de twee belangrijkste argumenten richt zich op de vraag of het gedrag van Schalken wel of niet schadelijk is voor de rechtspraak. Ten aanzien van dit argument lijken de protagonisten een sterke case te hebben: het is niet schadelijk. Dat het schadelijk is voor de rechtspraak vraagt als gevolgenethisch argument namelijk om bewijs en dit wordt niet tot nauwelijks gegeven (soms lijkt het bijna een drogreden van het hellend-vlak). Mogelijk zie ik bewijs over het hoofd?

7. Een aantal auteurs lijkt (hierbij) te veronderstellen dat burgers niet zouden mogen weten dat ook rechters het soms niet met elkaar eens zijn. Dit zou de rechtsstaat schaden omdat de burger de rechtspraak niet meer zou omarmen. De protagonisten wijzen er echter op dat juist de burger in een rechtsstaat gebaat is bij transparantie/openheid. Een mooi argument dat direct verbonden is met het tweede belangrijke argument: de reikwijdte van de vrijheid van meningsuiting. Is het redelijk om de vrijheid van meningsuiting van een rechter te beperken en geldt dit ook voor oud-rechters? De antagonisten hebben een sterk punt door om te beginnen te stellen dat ook de vrijheid van meningsuiting grenzen kent. In zekere zin is de Wilders-zaak zelf een voorbeeld naar de zoektocht naar de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. (Dat dit bij andere beroepen ook soms gebeurd, is natuurlijk wel een drogreden). De protagonisten geven anderzijds aan dat vrijheid van meningsuiting (via krant of juridische literatuur) wel zorgt voor rechtseenheid en scherpte. Maar is de analogie die hier wordt gemaakt juist? Met andere woorden: is de kritiek van Schalken te vergelijken met een reguliere annotatie van Schalken of is hier sprake van een drogreden van de valse analogie? (ook hier geldt: de verwijzing naar Amerika an sich is weinigzeggend (good-company-drogreden)).

8. Het wordt duidelijk dat in de twee hoofdargumenten de burger en zijn/haar relatie tot de rechtsstaat centraal staat. Transparantie/openheid van de betrokkenen in het rechtssysteem (in dit geval onder rechters) wordt hierbij door de protagonisten als een belangrijke kernwaarde gezien. Samengevat: "burgers zien nu hoe het rechtssysteem werkt en dit komt ten goede aan de rechtsstaat; daarnaast zorgt het voor rechtseenheid = rechtsgelijkheid". Hiertegen wordt door anderen ingebracht dat volledige transparantie niet wenselijk is. Aangezien dit standpunt botst met o.a. een aantal prima-facie-verplichtingen rust de plicht om bewijs te geven hiertoe natuurlijk op de schouders van de antagonist. Waarom is volledige transparantie dan niet wenselijk? Interessant zijn dan de overeenkomsten met de open-texture-debatten als de rol-van-emoties-bij-juridisch-oordelen-debatten. Ook deze debatten werden/worden door sommige juristen bewust vermeden i.v.m. de onzekerheid die de debatten met zich mee brengen voor niet-kenners (lees: de burger). Een onzekerheid die niet iedere burger - zo is de angst - op waarde kan schatten. Helaas lijkt angst een slechte raadgever. Formeel: een argumentum ad metum?

Samengevat: Pro - Contra: 1-0? Een aantal argumenten in het debat vallen in ieder geval af, een aantal vragen om verdere verdieping of bewijs. De interessantste vraag in het debat is misschien toch wel het rechtsstatelijke leugentje om bestwil: mag je als overheid ter behoud van onze rechtsstaat burgers onwetend houden over de grenzen van deze rechtsstaat?

Bronnen

1. Zie Marc Janssens, Commentaar ND, Nederlands Dagblad, 6 juli 2011
2. Zie Yasha Lange, Mond houden, De Groene Amsterdammer (6 juli 2011)
3. Zie Nausicaa Marbe, Recht en roddel, de Volkskrant (8 juli 2011)
4. Zie Marcel Haenen, Kritiek rechter Schalken leidt tot moddergevecht, NRC Handelsblad (4 juli 2011)
5. Zie Marcel Haenen, Kritiek rechter Schalken leidt tot moddergevecht, NRC Handelsblad (4 juli 2011)
6. Zie Gerard Spong, Kritiek van Schalken op andere rechters is gepast; Verheij is selectief verontwaardigd over NRC-interview, NRC Handelsblad (6 juli 2011)
7. Zie Marcel Haenen, Kritiek rechter Schalken leidt tot moddergevecht, NRC Handelsblad (4 juli 2011)
8. Zie rechtspraak.nl, 02-07-2011
9. Zie Marcel Haenen, Kritiek rechter Schalken leidt tot moddergevecht, NRC Handelsblad (4 juli 2011)
10. Zie o.a. Limburgs Dagblad, Rechtspraak, (6 juli 2011)
11. Zie Marcel Haenen, Kritiek rechter Schalken leidt tot moddergevecht, NRC Handelsblad (4 juli 2011)

Korte uitleg argumentatiestructuren
Van Eemeren e.a. (uitleg RUG)