De Franse filosoof Foucault (1926-1984) stelde dat door macht geïncorporeerde ideologieën als dwingende structuren over onze wereld heen liggen. Aan deze structuren kunnen we maar nauwelijks ontsnappen. Ze liggen vast in taal, in de instituties die we hebben en in onze gewoonten. Voor het individu - sociaal ingebed – kost het veel moeite om zich hierbinnen vrij te bewegen. Nog lastiger is het om vervolgens uit de heersende ideologie te breken. Fundamentele systeemveranderingen zien we maar nauwelijks.

Nu leken we met het neo-liberalisme het meest on-ideologisch politieke systeem te krijgen dat mogelijk was: de staat moest zo klein mogelijk zijn, de markt stond voorop, de onzichtbare hand was bezig om de zaken voor ons te regelen. Maar ook deze politieke ideologie bleef – zo meenden in ieder geval veel postmodernisten – ons als een bestaande machtsstructuur domineren. De moeite die het kost om ondanks de huidige crisis financiële systeemwijzigingen door te voeren, is volgens velen treffend.

Nu kan in zekere zin ook het vertrek van raadsheer en emeritus hoogleraar Staats- en Bestuursrecht Twan Tak bij de Centrale Raad van Beroep in dit licht worden gezien. We lezen in De Pers: De burger en de rechtvaardigheid die hij zoekt zijn ingewisseld voor onder meer algemeen belang, efficiency en kostendekkendheid. Dit (terug) veranderen is een opgave die Tak lijkt te hebben opgegeven. Is het systeem te machtig? Is de steeds dominanter wordende gerichtheid in onze samenleving op efficiency, doelgerichtheid, betaalbaarheid niet te doorbreken?

De aanpak van Tak was en is veelvoorkomend. Door systeemkritiek te geven – wel of niet met voorbeelden toegelicht – worden we geattendeerd op de rationele structuren die over onze wereld liggen en ons hierin gevangen houden. Structuren – zo is de kritiek – die het leven uit ons persen (bijvoorbeeld Derrida (1930-2004)). Het ontmaskeren van deze structuren wordt gezien als de eerste stap om hieraan te ontkomen. Tak: (weer) “rekening houden met de mens en de feiten waarin die is terechtgekomen”.

De filosoof Rorty (1931-2007) wees er echter op dat deze kritische, filosofische, benadering vaak maar weinig waardevol is. Systeemkritiek is goed, nobel, maar aan de andere kant nauwelijks effectief. Als we bestaande, dominante machtssystemen willen veranderen dan kunnen we kritiek uiten, de negatieve tendensen beschrijven zoals Tak dat heeft gedaan in zijn boek Het Nederlands bestuursprocesrecht in theorie en praktijk maar het zal nauwelijks indruk maken.

De menswaardigheid, zo stelde Rorty, heeft niet voor niets nauwelijks baat gehad bij grote werken als die van Immanuel Kant of John Stuart Mill. De impact van literatuur is groter. Een boek als 'De negerhut van Oom Tom' van Harriet Beecher Stowe heeft bijvoorbeeld meer invloed gehad op de slavernij-discussie dan al die kritische werken bij elkaar, zo zag Rorty.

De vraag is of de aanpak van Tak wel de juiste is geweest. Want zien we anno 2011 niet nog steeds de actualiteit van de constatering van Rorty? Alleen lijkt “de literatuur” vervangen te zijn geworden door nieuwere vormen van media. En de inhoud? Veelzeggend is het misschien wel dat op de dag dat Tak aangeeft zich niet meer te kunnen vinden in de richting van onze rechtspraak ook het nieuws bekend wordt dat Overspel een miljoen kijkers heeft getrokken. Het verhaal: een jonge fotografe bedriegt haar man, een succesvolle officier van justitie met de advocaat van een dubieuze vastgoedmagnaat.

Raadsheer weg uit protest, De Pers, 09-09-2011
Miljoen kijkers voor serie Overspel, Nu.nl, 09-09-2011
Bestuursrechter protesteert tegen bestuursrecht, Publiekrecht en Politiek, 09-09-2011