In de praktijk
De nieuwe gedragscode Rechtspraak: het einde of het begin van het zelfstandig denken?
De NVvR heeft de nieuwe gedragscode voor rechters gepubliceerd: de rechterscode. In de NVvR-rechterscode ligt - zo lezen we op de website van de vereniging - het accent op de eigen verantwoordelijkheid van rechters en op hun eigen bewustzijn van de gevolgen en de impact van hun gedrag en handelen als rechter. De code moet referentiekader zijn voor het rechterlijk handelen waarnaar rechters zich kunnen richten bij de uitoefening van hun werkzaamheden. Mede omdat het rechterschap van invloed kan zijn op het privéleven van de rechter wordt in de code ook hier aandacht aan besteed.
Is deze code nu wenselijk of niet? Het is een vraag die bij iedere nieuwe of geactualiseerde gedragscode opborrelt. Er zijn namelijk meerdere redenen om geen code te willen. Met name de beroepsbeoefenaar is van oudsher van mening dat de code niet nodig is. Wij rechters, advocaten, journalisten, verpleegkundigen, docenten, ... hebben een dergelijke code niet nodig want wij weten wel wat mag of niet mag. Zoals ook NVvR-voorzitter Reinier van Zutphen het verwoordt op de site van MR-Online:
Twee bezwaren kunnen het functioneren van de gedragscode in de toekomst in de weg gaan staan. Het eerste bezwaar is dat een gedragscode een afrekencode van rechters wordt. De "kritische" burger: "Rechter X had dit niet mogen doen want dit staat in de rechterscode". Deze extern corrigerende functie van een gedragscode maakt veel beroepsbeoefenaren sceptisch over een code. Professioneel handelen laat zich misschien makkelijk waarderen maar lastiger normeren. Voor rechters staan bijvoorbeeld de kernwaarden onafhankelijkheid, autonomie, onpartijdigheid, deskundigheid, professionaliteit en integriteit voorop. Maar welk beroep wil dit niet? Zien we in deze kernwaarden de rolopvatting van de rechter terug? En niet onbelangrijk, kunnen we deze kernwaarden relateren aan de rechtsstaat waarin de rechter zich geplaatst ziet? De huisvraag aan de lezer is welke van deze kernwaarden afwijkt van de notaris of die van de advocaat. Het gevolg: normeren.
Een tweede bezwaar die de werking van de code kan verminderen, is dat het zichzelf mogelijk in schiet. Een code - als ook de rechterscode - vraagt om autonome, professionele keuzes maar de code zal dit zelf, zo is dan de stelling, in de weg gaan staan. De rechter zal zich niet meer uitgenodigd zien om te na te denken maar zal enkel de vastgelegde norm raadplegen. Margreet Ahsmann, hoogleraar rechtspleging aan de Universiteit Leiden en senior rechter bij de rechtbank Den Haag, verwoordt dit op de site van MR-Online als volgt:
Ook rechters hebben om die reden externe partijen nodig om de boel scherp te houden, maar ook om zelfstandig te blijven denken. Omdat het zich conformeren aan de norm niet altijd de oplossing is. Daarom een klein gedachte-experiment: wat als een kritisch, zelfdenkend rechter weloverwogen tot een keuze komt die in strijd is met de rechterscode? Accepteren we dat nog? Wie iets van morele dilemma's afweet, weet wat het antwoord zou moeten zijn.
• Gedragsregels rechters aangescherpt, MR-Online, 11-10-2011
• NVvR-rechterscode, NVvR (vastgesteld 26-09-2011)
Is deze code nu wenselijk of niet? Het is een vraag die bij iedere nieuwe of geactualiseerde gedragscode opborrelt. Er zijn namelijk meerdere redenen om geen code te willen. Met name de beroepsbeoefenaar is van oudsher van mening dat de code niet nodig is. Wij rechters, advocaten, journalisten, verpleegkundigen, docenten, ... hebben een dergelijke code niet nodig want wij weten wel wat mag of niet mag. Zoals ook NVvR-voorzitter Reinier van Zutphen het verwoordt op de site van MR-Online:
“Er zijn collega’s die een gedragscode onnodig vinden, omdat rechters vanuit hun eigen professionaliteit zelf wel weten hoe het hoort”.Omdat de buitenwereld hier geen genoegen meer mee neemt (populair blijft "wij van wc-eend...") en deze buitenwereld wil weten wat ze van de professional kan verwachten, wordt deze reden door steeds minder beroepsverenigingen nog omarmd. Aanzien, deskundigheid, integriteit, het wordt steeds minder verondersteld aanwezig te zijn maar moet getoond worden. De maatschappij wil zelf kunnen oordelen over de ander. Opnieuw Reinier Van Zutphen:
“Degenen die een beroep op rechters doen, moeten weten waar ze op mogen en kunnen rekenen."Moeten of willen? De gedragscode Rechtspraak is in ieder geval publiek gemaakt.
Twee bezwaren kunnen het functioneren van de gedragscode in de toekomst in de weg gaan staan. Het eerste bezwaar is dat een gedragscode een afrekencode van rechters wordt. De "kritische" burger: "Rechter X had dit niet mogen doen want dit staat in de rechterscode". Deze extern corrigerende functie van een gedragscode maakt veel beroepsbeoefenaren sceptisch over een code. Professioneel handelen laat zich misschien makkelijk waarderen maar lastiger normeren. Voor rechters staan bijvoorbeeld de kernwaarden onafhankelijkheid, autonomie, onpartijdigheid, deskundigheid, professionaliteit en integriteit voorop. Maar welk beroep wil dit niet? Zien we in deze kernwaarden de rolopvatting van de rechter terug? En niet onbelangrijk, kunnen we deze kernwaarden relateren aan de rechtsstaat waarin de rechter zich geplaatst ziet? De huisvraag aan de lezer is welke van deze kernwaarden afwijkt van de notaris of die van de advocaat. Het gevolg: normeren.
Een tweede bezwaar die de werking van de code kan verminderen, is dat het zichzelf mogelijk in schiet. Een code - als ook de rechterscode - vraagt om autonome, professionele keuzes maar de code zal dit zelf, zo is dan de stelling, in de weg gaan staan. De rechter zal zich niet meer uitgenodigd zien om te na te denken maar zal enkel de vastgelegde norm raadplegen. Margreet Ahsmann, hoogleraar rechtspleging aan de Universiteit Leiden en senior rechter bij de rechtbank Den Haag, verwoordt dit op de site van MR-Online als volgt:
“Door regels te stellen en het allemaal zo vast te leggen, houd je de rechter af van zelfstandig denken en van zijn eigen verantwoordelijkheid. Het lijkt nu te veel op een norm die moet worden toegepast, terwijl het erom gaat dat je de onderliggende gedachte tussen de oren hebt.”Inderdaad een belangrijk aandachtspunt. Staat de rechterlijke macht er immers niet om bekend dat het intern weinig corrigerend vermogen heeft? Is het niet lastig om als rechter een andere rechter aan te spreken? Het zou jammer zijn als de code het tegenovergestelde gedrag oproept. Want een gebrek aan (openheid over) een intern corrigerende cultuur kunnen we de rechterlijke macht nauwelijks kwalijk nemen. Hiermee toont de rechterlijke macht namelijk enkel een menselijke kant die in het algemeen onze aandacht moet hebben. Want ook bij andere beroepen - in het onderwijs, in de journalistiek, in de zorg (denk aan Het Scheper Ziekenhuis in Emmen) - zien we dezelfde problemen: dat het lastig is om een collega aan te spreken op wangedrag én dat het lastig is om je kwetsbaar op te stellen en je eigen dilemma's en twijfel te delen met collega's. Ook onderzoek wijst uit: commitment maakt minder kritisch.
Ook rechters hebben om die reden externe partijen nodig om de boel scherp te houden, maar ook om zelfstandig te blijven denken. Omdat het zich conformeren aan de norm niet altijd de oplossing is. Daarom een klein gedachte-experiment: wat als een kritisch, zelfdenkend rechter weloverwogen tot een keuze komt die in strijd is met de rechterscode? Accepteren we dat nog? Wie iets van morele dilemma's afweet, weet wat het antwoord zou moeten zijn.
• Gedragsregels rechters aangescherpt, MR-Online, 11-10-2011
• NVvR-rechterscode, NVvR (vastgesteld 26-09-2011)