In het NJB van 9 september 2011 hielden Dr. A.F.M. Brenninkmeijer, de Nationale ombudsman, en Prof. mr. A.T. Marseille, hoogleraar empirische bestudering van het bestuursrecht aan de Universiteit Tilburg, alsmede universitair hoofddocent HD Rijksuniversiteit Groningen, een pleidooi voor een meer informele benadering van de bezwaarschriftenprocedure. In de praktijk, zo blijkt uit onderzoek, is de bezwarenprocedure erg formeel en voor betrokkenen weinig bevredigend. Een bezwaarbehandeling waarbij meer aandacht is voor effectieve communicatie verdient volgens de auteurs de voorkeur. Zo’n aanpak is zelfs meer in overeenstemming met de oorspronkelijke bedoeling van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dan de dominant geworden formalistische praktijk van bezwaarafhandeling.

Het resultaat van de bezwaarprocedure zou altijd positief moeten zijn. Hetzij omdat het leidt tot correctie van een foutief besluit, hetzij omdat zekerheid ontstaat over de juistheid van het besluit van het bestuur. In de praktijk, zo laat onderzoek zien, zien de auteurs dit niet terug. Maar er is een oplossing. Op basis van ervaringen bij verschillende projecten is, volgens de auteurs, duidelijk geworden dat de kwaliteit van het overheidshandelen voor een groot deel wordt bepaald door de manier waarop met de burger wordt gecommuniceerd.
"Burgers waarderen het als de overheid zich niet afwachtend en formeel opstelt, maar actief en informeel."
Dit zorgt tevens voor meer procedurele rechtvaardigheid:
"Gemeenschappelijk kenmerk is dat door effectieve communicatie meer nadruk komt te liggen op het realiseren van procedurele rechtvaardigheid in de interactie tussen bestuur en burger. ‘Hoor en wederhoor’ is voor juristen een basiskenmerk van een juiste procedure. Als het ‘hoor en wederhoor’ niet alleen formeel juridisch wordt opgevat, maar reële inhoud krijgt in de contacten met de burger, blijkt dat bij te dragen tot de legitimiteit van het overheids handelen en daarmee tot de aanvaarding van overheidsbesluiten."
In het artikel wordt beschreven waarom de informele aanpak juridisch niet tot bezwaren hoeft te leiden. Daarnaast worden tips gegeven hoe als ambtenaar aan deze aanpak inhoud te geven. Eén van de punten die de auteurs aankaarten, is hoe om te gaan met een formeel niet-ontvankelijk bezwaar. Hun stelling: deze moet je niet te snel op formele gronden terzijde schuiven. Bezwaar maken houdt namelijk in een probleem aankaarten en het probleem is nog niet opgelost als het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard. Ook de mogelijkheden van het bestuursorgaan om bij te dragen aan een oplossing zijn nog niet verdwenen. Daarom zou ieder bestuursorgaan - al geven de auteurs toe dat er verschillen zitten tussen verschillende soorten bestuursorganen - toch een reactie moeten geven.
Er is namelijk geen enkele reden om burgers die hun probleem met een besluit aankaarten het luisterend oor van het bestuur te misgunnen, enkel omdat ze dat na het verstrijken van de bezwaartermijn doen.
Relevant is wel in hoeverre meerdere belanghebbenden betrokken zijn bij de besluitvorming. In meerpartijengeschillen heeft het bestuursorgaan natuurlijk minder speelruimte. Een goede ontwikkeling? In hoeverre speelt bijvoorbeeld het gelijkheidsbeginsel hier een rol?

• Alex Brenninkmeijer en Bert Marseille,Meer succes met de informele aanpak van bezwaarschriften, NJB, 09-09-2011 (no. 30, bladzijde 1586)(alleen toegang abonnee)