De gerechtelijke procedure als voorbeeld van zelfcorrectie (tunnelvisie)?

Op dit moment ben ik 'De Ongelovige Thomas heeft een punt, een inleiding voor kritisch denken' aan het lezen. In het boek geven Johan Braeckman en Maarten Boudry de lezer advies in het kritisch denken. Natuurlijk ontbreekt de confirmation bias (ook wel bevestingvooroordeel) niet. Een vooroordeel dat, zo beschrijven de auteurs (2011, bladzijde 51) op verschillende niveaus zich kan manifesteren.

Braeckman & Boudry stellen dat het bevestigingsvooroordeel echter in gunstige zin kan worden omgebogen en onderbouwen dit - nu wordt het interessant - o.a. met de inrichting van de gerechtelijke procedure. Hun stelling is dat doordat een partij (bijvoorbeeld aanklager) alles op alles zet om een eigen hypothese over bijvoorbeeld een moord te staven, dit niet tot problemen hoeft te leiden (tunnelvisie) omdat de andere partij (verdediger) daar even ijverig aan mee doet. Dit noemen ze zelfcorrectie binnen de sociale context.

Hierdoor vindt, zo stellen Braeckman & Boudry, de zelfcorrectie ook plaats op individueel psychologisch niveau. Een kritische partij anticipeert namelijk reeds op de strenge kritiek die hij van zijn opponent mag verwachten. Dit biedt weerstand aan de verleiding van de confirmation bias.

Dat dit geen garanties geeft, weten we (al is dit voor de wetenschappelijk methode niet anders). Tot nu toe is het boek een aanrader. De stelling van Braeckman & Boudry zal - natuurlijk onder verwijzing - worden opgenomen in de volgende editie van het boek "Kritisch denken in de rechtspraktijk".

De ongelovige Thomas heeft een punt
Een handleiding voor kritisch denken
, Houtekiet, september 2011