In de Spits stond vandaag een toegankelijk verhaal over het afluisteren van verdachten. Het bezwaar met afluisteren is dat verdachten vaak wel weten dat dit kan gebeuren en houden hier bewust rekening mee. Dit gaan ten koste van het nut van taps. Maar dit hoeft geen probleem te zijn, zo verhaalt het artikel, want vaak zijn de mensen in de omgeving van de verdachte minder op hun hoede. Zo zal een schoonmoeder het niet nalaten om over de telefoon in gesprek met haar zus te vertellen over het criminele vriendje van haar dochter.

Een officier vertelt met een knipoog:

"[...] criminelen zijn zelf slim maar ze vallen nou eenmaal op aantrekkelijke vrouwen, en niet bepaald op intelligente vrouwen. Maar misschien is dat deel van hun aantrekkelijkheid".

Een strafrechtadvocaat wijst echter op de mogelijk misbruik die gemaakt wordt van taps.

"En waarom belanden de sms'jes aan zijn minnares in het dossier? Dat is voor de verhoren. Zijn vrouw of vriendin krijgt dat te zien en is dan meteen een stuk minder loyaal aan de verdachte". En ja, dan praat een gangsterliefje wel.

Een mooi dilemma. Stel, jij - als medewerker van het openbaar ministerie - zit in deze situatie. Ga je dan de sms'jes opnemen in het dossier?