In de praktijk
59. In hoeverre moet je (juist) als jurist je onthouden van online copyright schendingen?
Op internet uiten meerdere advocaten, notarissen en rechters zich via social media. Ze twitteren, hebben een facebookaccount of schrijven bijvoorbeeld voor een weblog. Ook andere juristen laten zich steeds meer gelden op internet. Soms met persoonlijke berichten, soms met berichten over het juridische beroep.
Wat me soms opvalt, is dat sommige juristen er geen moeite mee lijken te hebben om artikelen uit kranten rond te sturen. Soms zijn deze artikelen afkomstig van de originele schrijvers maar soms betreffen dit ook artikelen die rechtstreeks uit een krant overgenomen zijn. Als foto of als tekst.
We kunnen een dergelijke handeling ten eerste juridisch kwalificeren. Niet zelden zullen we dan moeten concluderen dat sprake is van een copyrightschending. De redactie van de krant - via papier of via de website - geeft duidelijk aan dat artikelen niet zomaar overgenomen mogen worden of vrij mogen worden gedistribueerd. Nu kan het natuurlijk zijn dat de betreffende jurist toestemming heeft gemaakt. Maar desondanks heb ik bij veel van dergelijke berichten mijn twijfel over de juridische geoorloofdheid (terzijde maar een aantal jaren geleden heb ik zelf eens aan een uitgever om toestemming gevraagd een bepaald artikeltje op deze site te zetten en uit alles bleek dat hij niet wist wat hem overkwam; het werkproces was in ieder geval nog niet op dergelijke verzoeken ingericht).
Laten we nu voor het gemak een casus aannemen waarbij een jurist iets bericht (bijvoorbeeld een tweet met een artikel uit een krant) en dat dit in juridische zin niet geoorloofd is. De vraag is of dit moreel te rechtvaardigen is.
Argumenten dat je als jurist online een beetje onrechtmatig mag handelen
In de praktijk hoor ik van juristen die hier geen kwaad in zien, vaak de volgende argumenten:- Het is een handeling die we meer zien op internet. Ook niet-juristen zondigen.
- (vaak in combinatie met het vorige argument) Dat je jurist bent (iemand is advocaat, rechter, officier van justitie) impliceert niet dat je automatisch / extra de wet altijd moet volgen.
- (vaak in combinatie met het eerste argument) Dat iemand jurist is, doet niet ter zake. Niet zelden kent een account de disclaimer dat de jurist bericht op persoonlijke titel.
- De artikelen worden niet rondgestuurd om hier aan te verdienen maar dienen een hoger doel (acceptatie van een beroepsgroep, relativering van het werk via een stripje, et cetera)
- Copyright is met de komst van internet sowieso (in morele zin) achterhaald.
Met name het derde argument, dat het jurist-zijn niet ter zake is omdat iemand bericht op persoonlijke titel, is een intrigerend argument. Ondanks de persoonlijke insteek zie je namelijk wel dat iemand zijn of haar functie omschrijft (advocaat te, rechter, jurist bij).
Hoe gangbaar ook, roept dit volgens anderen vraagtekens op. Als je toch op persoonlijke titel bericht waarom is het dan nodig om aan te geven wat je beroep is? De framing heeft in ieder geval plaatsgevonden: lezers zullen de berichten toch (ook) bezien vanuit de context van het beroep. Te meer de keuze om een account of persoon te volgen, zal worden gemaakt op grond van het beroep dat staat aangegeven. Ook zal het beroep vaak terugkomen (in een header, in de nickname, etc). Concreet: indien een notaris op persoonlijke titel bericht op facebook, twitter, etc. geeft de notaris dan ook niet indirect het notariaat / het denken over notarissen vorm?
Het is in ieder geval een interessant dilemma*: in hoeverre mogen (bepaalde) juristen copyrightschendingen maken op twitter, facebook e.d.? Moeten we extra streng zijn?
Opmerkingen, aanvullingen, andere argumenten, ideeën? Welkom!
(* dit dilemma kan zonder problemen worden doorgetrokken naar de juridische onderwijspraktijk. Ik zie vaak juristen-in-opleiding die zonder enige terughoudendheid in presentaties of in werkstukken/scripties/essays allerlei plaatjes opnemen die duidelijk copyright-beschermd zijn. Vaak zijn het de eerste hits in Google).
(* dit dilemma kan zonder problemen worden doorgetrokken naar de juridische onderwijspraktijk. Ik zie vaak juristen-in-opleiding die zonder enige terughoudendheid in presentaties of in werkstukken/scripties/essays allerlei plaatjes opnemen die duidelijk copyright-beschermd zijn. Vaak zijn het de eerste hits in Google).