Casus

Stel: u gaat binnen een arrondissement stage lopen als juridisch medewerker voor een Officier van Justitie. Het is op dit moment erg druk binnen deze sectie en er wordt ook van u veel gevraagd. En waar mensen onder druk moeten presteren worden natuurlijk ook wel eens een paar schoonheidsfoutjes gemaakt. Niet speciaal door u maar eigenlijk wel door iedere medewerker. De Officier zit hier echter bovenop want het is al een paar keer gebeurd dat een verdachte op vrije voeten kwam naar aanleiding van bepaalde (vorm)fouten.

U bent goed bekend met dossiervorming. Zoals u weet zal de strafrechter uiteindelijk een aantal rechtsvragen beantwoorden op basis van het aangelegde dossier. Want daarin zitten alle belangrijke stukken die tijdens de opsporing zijn verzameld. Bijvoorbeeld het verhoor van een getuige of het rapport van een deskundige.

Nu heeft de politie enige tijd geleden een fietsendief opgepakt. Het betreft een zwerver die al vaker is berecht en die nu binnenkort moet voorkomen. Bij bestudering van het dossier blijkt dat het verslag van een getuige-verhoor niet correct is. De verdachte is namelijk niet in de gelegenheid gesteld om ook de enige getuige te ondervragen. Dit kan vervelende consequenties hebben. Uiteindelijk zou volgens artikel 6 lid 3 sub d EVRM dit zelfs tot vrijspraak in deze zaak leiden. Een collega met wie u deze bevinding bespreekt, vreest het ergste en vraagt aan u het dossier aan te vullen met een juist verslag. Omdat het volgens uw collega het toch maar een zwerver betreft en de andere belanghebbenden (rechter en advocaat) het ook niet echt kan schelen, is het verder geen probleem.

De stage is belangrijk voor je maar toch twijfel je of je wel of niet het dossier moet “verbeteren”.

Consensus-oplossing

Regel
Het aanvullen van een dossier zoals beschreven is niet toegestaan.

Proces
U zult uw bevinding in ieder geval moeten voorleggen aan de Officier van Justitie. Vervolgens kan deze (of een collega) in overleg treden met de advocaat en zijn of haar cliënt.

Daarnaast zult u uw collega moet aanspreken op zijn suggestie aangezien zijn oplossing moreel niet wenselijk is. In eerste instantie zult u hem of haar zelf dus moeten aanspreken. Indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt (tot het inzicht dat de oplossing van de collega niet correct is), kunt u uw leidinggevende / begeleider en/of eventueel de Officier van Justitie inschakelen. Omdat de impact van het laatste vrij groot is, zult u eerst de andere opties gaan nalopen.