Via het AD werd het gerucht bekend dat er advocaten zijn die in het criminele circuit ronselen om nieuwe cliënten te verwerven. Tijd voor een kleine analyse. De bron van deze informatie in het AD is in ieder geval de advocaat Job Knoester. Volgens Knoester bestoken collega-advocaten "misdadigers en hun families met brieven om hen ervan te overtuigen hen in dienst te nemen. Ook bezoeken zij criminelen achter de rug van hun eigen advocaat om.". Hierbij signaleert de advocaat een nieuwe ontwikkeling: advocaten die "criminelen zelfs bedragen tot 80 euro geven als zij ervoor zorgen dat bevriende misdadigers zich door de ronselende strafpleiters laten verdedigen."

Het artikel roept meerdere vragen op:

- Was één bron wel genoeg om tot dit artikel met deze conclusie te komen? Andere bronnen naast Knoester worden in het AD niet genoemd. Andere kranten komen met andere advocaten (het Reformatorisch Dagblad bijvoorbeeld met strafadvocaat Frank van Ardenne) maar verder dan geruchten gaat het niet.

- Had Knoester (e.a.) ook namen en rugnummers moeten geven? De advocaat signaleert namelijk ook dat het om top-advocaten gaat. Of moet juist enkel het signaal worden gegeven zonder concretisering? Vergelijk namelijk de tuchtrechtelijke uitspraak YA1823 (gepubliceerd op 13 juli 2011) waarin uitgesproken werd dat advocaten opiniestukken mogen schrijven over misstanden bij collega's zolang deze collega's zelf onbepaald blijven en niet in diskrediet worden gebracht.

- Is een bedrag van 80 euro niet dermate laag dat het gerucht nauwelijks serieus te nemen is? Of anders verwoord: spreekt het bedrag van 80 euro niet uit dat het waarschijnlijk om een incident gaat en niet om een keihard commercieel gevecht tussen (top)advocaten?

- De Orde van Advocaten - bij monde van de woordvoerster Yvonne Wiggers - geeft anderzijds aan geschrokken te zijn. Ze meldt althans het AD. Is dit een indicatie dat we het gerucht toch beter kunnen aanvaarden? Het Reformatorisch Dagblad lijkt nauwkeuriger te zijn door te beschrijven dat de geruchten de Orde niet onbekend zijn maar dat de Orde geen cijfers heeft.

- De vervolgvraag is dus om hoeveel advocaten het eigenlijk zou kunnen gaan. Ook zou het interessant zijn om te weten of dit afgezet tegen het aantal advocaten vervolgens buitensporig veel advocaten betreft. Er zijn afgerond tegen de 16.000 advocaten. Stel, het handelt hier om vijf advocaten, rechtvaardigt dit dan de media-aandacht? Of pas bij tien? Twintig? Et cetera. Meer in het algemeen: wanneer overstijgt een gerucht het incidentele en moeten we het gerucht openbaar maken of van het gerucht schrikken?

- Misschien wel de meest interessante vraag is of hier sowieso wel sprake is van immoreel gedrag. Deze conclusie - los van de tuchtrechtelijke kant - wordt namelijk niet door iedereen gedeeld. Dit op grond van een analogie-argumentatie. Deze gaat grofweg als volgt: "als een autodealer een potentiële klant een goede aanbieding doet, spreken we van een goede ondernemer. Maar als een advocaat een potentiële klant benadert, wordt het ineens laakbaar? Dit lijkt me niet rechtvaardig."

Daarom de te overwegen vraag van deze week: kunnen we een advocaat met een auto-dealer vergelijken als dit het benaderen van potentiële klanten betreft?

'Advocaten ronselen onder misdadigers', AD, 15-07-2011
Uitspraak YA1823: grenzen opiniestuk in een krant, Tuchtrecht.nl, 13-07-2011
Advocaat moet foute acquisitie melden, Reformatorisch Dagblad, 16-07-2011