Onderwijs en onderzoek
eBook: Kritisch denken in de rechtspraktijk
Download hier gratis het boek De kunst van het stellen van kritische vragen: het doorgronden van (juridische) redeneringen en betogen.
Gratis download
Klik hier.
Gratis download
Klik hier.
Toelichting eBook
In dit studieboek wordt beschreven wat zelfstandig en deugdelijk redeneren is en waarom juristen (of beter, mensen in het algemeen) door de cognitieve valkuilen van het verstand hier soms moeite mee hebben. Uitgelegd wordt waarom en hoe kritisch denken, of meer algemeen een kritische houding, een oplossing biedt. Hiertoe worden twee methoden uiteengezet die de kritisch denker helpt om de redeneringen en betogen van anderen (en van zichzelf) te doorgronden en beredeneerd te bevragen.
De eerste methode richt zich op de HART-criteria. Deze methode gaat er vanuit dat je aan de hand van een viertal criteria een betoog kunt analyseren en evalueren om vast te stellen in hoeverre het betoog een goed betoog is (deugt) of dat je nog eerst moet doorvragen. Bij het eerste criterium, helderheid, kijken we naar het standpunt en de redenen van een betoog en proberen we vast te stellen wat iemand precies betoogt. Bij het tweede criterium, aanvaardbaarheid, bestuderen we alle informatie die iemand heeft gebruikt in het betoog. Worden deze bijvoorbeeld gerechtvaardigd door onderzoek of vinden deze ondersteuning in (juridische) bronnen? Bij relevantie en toereikendheid onderzoeken we tot slot hoe de beweringen zich tot de conclusie verhouden. Zijn ze echt relevant? En zijn er genoeg argumenten aangedragen om ons te overtuigen? Worden voor de hand liggende tegenargumenten reeds gepareerd?
De tweede methode benadert betogen op een geheel andere manier, namelijk via de drogredenen. In dit boek worden de belangrijkste denkfouten die de deugdelijkheid van argumentatieve betogen in de weg kunnen staan, toegelicht. Inzicht in deze denkfouten zal de (juridische) lezer helpen in het vaststellen en bevragen van de kwaliteit van argumentaties en redeneringen.
Kennis krijgen van en vaardig worden in beide methoden – met op de achtergrond inzicht in onze cognitieve valkuilen – is de weg naar een positief-kritische houding: doordacht en vragend. Onontbeerlijk voor iedere jurist. Onontbeerlijk voor iedereen?
De eerste methode richt zich op de HART-criteria. Deze methode gaat er vanuit dat je aan de hand van een viertal criteria een betoog kunt analyseren en evalueren om vast te stellen in hoeverre het betoog een goed betoog is (deugt) of dat je nog eerst moet doorvragen. Bij het eerste criterium, helderheid, kijken we naar het standpunt en de redenen van een betoog en proberen we vast te stellen wat iemand precies betoogt. Bij het tweede criterium, aanvaardbaarheid, bestuderen we alle informatie die iemand heeft gebruikt in het betoog. Worden deze bijvoorbeeld gerechtvaardigd door onderzoek of vinden deze ondersteuning in (juridische) bronnen? Bij relevantie en toereikendheid onderzoeken we tot slot hoe de beweringen zich tot de conclusie verhouden. Zijn ze echt relevant? En zijn er genoeg argumenten aangedragen om ons te overtuigen? Worden voor de hand liggende tegenargumenten reeds gepareerd?
De tweede methode benadert betogen op een geheel andere manier, namelijk via de drogredenen. In dit boek worden de belangrijkste denkfouten die de deugdelijkheid van argumentatieve betogen in de weg kunnen staan, toegelicht. Inzicht in deze denkfouten zal de (juridische) lezer helpen in het vaststellen en bevragen van de kwaliteit van argumentaties en redeneringen.
Kennis krijgen van en vaardig worden in beide methoden – met op de achtergrond inzicht in onze cognitieve valkuilen – is de weg naar een positief-kritische houding: doordacht en vragend. Onontbeerlijk voor iedere jurist. Onontbeerlijk voor iedereen?