Morele dilemma's
41. In hoeverre moet het OM bij voorvallen reageren op internet-geruchten? Reflectie op de schietpartij in Alphen.
In Opportuun, het personeels- en relatiemagazine van het Openbaar Ministerie staat een beschrijving hoe het onderzoek naar de schietpartij in Alphen aan den Rijn verliep. Een mooi, open verhaal vol dilemma-beschrijvingen. Wat hierbij opvalt, is dat gedurende het onderzoek ook veel aandacht werd besteed aan het ontzenuwen van geruchten en welke dilemma's dit kan opleveren.
Uit Opportuun (bladzijde 24):
• Opportuun: Het onderzoek naar "Alphen", OM, november 2011
Uit Opportuun (bladzijde 24):
We hebben er veel tijd in gestoken om dat te checken en vervolgens fouten te corrigeren:Maar in hoeverre moet het Openbaar Ministerie instaan voor de waarheid en reageren op geruchten op internet?
al bij de eerste persconferentie en via Twitter. Tja Twitter, een mooi, snel communicatiemiddel – maar een fout bericht wordt al snel gezien als “de waarheid”.' Zo open mogelijk, was de lijn in de communicatie. De persvoorlichters hoefden niemand te pushen om zo veel mogelijk informatie te geven. 'Hoofdofficier Kitty Nooy was heel open en sensitief, legde het uit als ze iets niet kon vertellen. Dat is fijn voor persvoorlichters; dan kun je snel schakelen. Tijdens de persconferentie werd Kitty gevraagd of Tristan van der Vlis de schutter was. Dat heeft zij meteen bevestigd omdat die naam heel vaak op internet werd genoemd en “niets zeggen” in die situatie averechts werkt.’
Zaaksofficier Degeling keek iets anders naar die openheid. Vanuit haar TGO-ruimte in het relatief rustige politiebureau Gouda, had ze er alle begrip voor dat de burgemeester, hoofdofficier en korpschef in de Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden vanuit Alphen zo handelden. Toch is er ook wel een belangenconflict, zegt ze. 'We wilden transparant zijn en snel informatie geven', zegt de zaaksofficier. 'Gaan we dan kort na het incident zeggen welke wapens de schutter heeft gebruikt? Eén van de onderzoeksdoelen was medeplichtigen uit te sluiten. Het is dan niet handig als “daderkennis” – informatie waarvan alleen de dader op de hoogte is – snel in de krant staat, want dat kan getuigen beïnvloeden. De ervaring leert dat bij zware misdrijven vaak onschuldige personen die in de war zijn, naar de politie stappen en bekennen dat zij het gedaan hebben.’ Omdat er onjuiste informatie over een van de wapens in de media verscheen, werd er wel snel gemeld dat de schutter niet met een automatisch wapen maar met een semi-automatisch wapen had geschoten. Ook werd er na enkele dagen gemeld welke wapens Tristan van der V. had gebruikt. Dit paste in het eerder ingezette beleid zo open mogelijk te zijn."
• Opportuun: Het onderzoek naar "Alphen", OM, november 2011